Betrouwbaarheidsinterval

Een betrouwbaarheidsinterval geeft de onder- en bovengrens aan van de accuraatheid van het steekproefgemiddelde als een schatting van het gemiddelde van de populatie. Het idee achter betrouwbaarheidsintervallen is om een reeks van waarden te construeren waarbinnen we denken dat de populatiewaarde valt.

De onder- en bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval worden berekend met de steekproefgegevens. Doorgaans wordt gekeken naar de 95% betrouwbaarheidsinterval en soms de 99% betrouwbaarheidsinterval. Dit zijn de geconstrueerde limieten waarbinnen voor een bepaald percentage (of het nou 99% of 95% is) van de metingen het daadwerkelijke populatiegemiddelde binnen valt.